Mijmerdrang

Ik had nogal last van nostalgie, gisteren. Onze auto moest naar de garage want er knipperde een lampje dat niet moest knipperen en er ratelde iets dat niet moest ratelen. Ik werd vriendelijk ontvangen met koffie (uit een filtermachine) en posteerde me aan de klantentafel in de showroom. Ik bladerde in een Libelle uit de zomer van 2011 waarin ik las dat denim hot blijft en speelde wat met mijn telefoon. Toen viel mijn oog op de auto die naast de tafel was geparkeerd. Het was een Opel Ascona, donkerbruin met roestvrijstalen plinten. Er gleed een glimlach over mijn lippen; in het prelease-tijdperk hebben wij ook enkele jaren in een Ascona gereden. Het enige nadeel van de Ascona was dat hij een keer werd gestolen. Maar we hadden nog geen aangifte gedaan of hij was alweer terguggevonden. Mijmerend over vervlogen Ascona-tijden, toen ik nog een paardenstaart had, in Dames 2 hockeyde en Mel en Kim in de hitparade stonden reed ik terug naar huis.

Eenmaal thuisgekomen stapte ik, vanwege het fijne pak sneeuw dat er ligt, in mijn  bergschoenen om de kinderen van school te halen. Hoewel mijn geliefde niet naast mij op mijn Meindls gezien wil worden houd ik van die schoenen. Tijdens het veteren vraag ik me af hoe oud ze wel niet zijn en waar ik ze ook alweer heb gekocht. Bij de Perry Sport op de Overtoom? Of in die propvolle sportwinkel aan het einde van de Kinkerstraat? Zou die winkel nog bestaan?

Enigszins verlaat arriveer ik op het schoolplein. Mijn zoon werpt een afkeurende blik op mijn schoenen, hij vindt ze maar niks. Ik vermoed dat hij me liever op UGG’s ziet want hij is nogal trendgevoelig. Onderweg naar huis besluiten we om ’s avonds te kaasfonduen want er komen vegetarische vrienden eten. Als ik de kaasfonduepan tevoorschijn haal realiseer ik me dat die ouder moet zijn dan de Ascona en ouder dan mijn schoenen. Ouder dan ikzelf misschien wel. Ik kreeg de pan mee toen ik op kamers ging wonen en hij was afkomstig uit de boedel van mijn opa en oma. Het glazuur is gebarsten en elke keer dat ik hem op het vuur zet, houd ik mijn hart vast. Als ik de kaas in de pan schud denk ik terug aan de kaasfonduefeestjes op de Waalstraat (drie hoog achter), de Van Lennepkade (eerst drie hoog, toen twee hoog) en de Da Costastraat (drie hoog) die deze pan heeft gefaciliteerd.

Wat is dat toch voor gemijmer, vraag ik me later af. Is het een 40-plus dingetje, dat je bij elk voorwerp dat je aanraakt in het verleden belandt en al dan niet met een brok in de keel aan het herbeleven slaat? Ik ruim de schoenen van mijn kinderen op en ik denk aan de Piedro’s die ik altijd droeg. Sven Kramer wordt kampioen en ik zie Hilbert van der Duim over een kroonkurk struikelen. En als er een pot HAK appelmoes op tafel komt denk ik aan de appelmoeszeef van mijn moeder en aan de kilo’s goudreinetten die zij erin tot pulp vermalen moet hebben. Help, ik lijd aan mijmerdrang! Help, ik word oud!

Voordat ik met een licht bezwaard gemoed mijn bed in kruip, check ik nog even mijn mail. Er is een berichtje van Boekhandel Blokker in Heemstede. Ze vragen zich af of ik, als debuterend schrijver, mijn medewerking wil verlenen aan hun Ladies Night op 7 maart. Ze hopen op een mooie avond met drie jonge auteurs op het podium. Haha! Ik bevestig snel mijn medewerking en mijmerend over de toekomst val ik in een diepe slaap.