De postbode

Er zijn duizenden brieven gevonden in de schuur van een Tilburgse postbode las ik op NU.nl. Het echte leven is altijd nog gekker dan je als schrijver kunt verzinnen. Ik weet precies hoe het zit met deze man. Het is een hoogsensitieve jongen, heeft met moeite destijds een diploma gehaald en een baan bij de post gekregen. Waar hij helemaal op zijn plek was, hij was trots op zijn werk. Want is een postbode niet één van de belangrijkste mensen in de stad? Die ervoor zorgt dat al die brieven en documenten die door persoon A verzonden worden, bij persoon B terechtkomen? Die ervoor zorgt dat de onmisbare boodschap, informatie of opdracht die persoon A heeft, door persoon B gelezen kan worden? Ja, postbode is absoluut een mooi beroep, en hij ging dan ook altijd fluitend naar zijn werk. In zijn mooie kostuum, op zijn stevige fiets. Totdat hij werd gedumpt door zijn vriendin. Per post. Ze hadden net een half jaar verkering en ze gingen een mooie toekomst tegemoet, kindertjes enzo. Het was een beduimeld briefje met allemaal onduidelijke verwijten en hatelijkheden. Hij begreep er niets van maar het was UIT, dat begreep hij wel. Ontroostbaar was hij en hij meldde zich ziek, een hele week. Daarna ging hij weer aan het werk. Nog nauwgezetter dan voorheen stortte hij zich op het correct sorteren en bezorgen van het aan zijn district toevertrouwde drukwerk, hij had altijd al een lage foutmarge gehad. Hij deed wel één ding anders. Elke handgeschreven brief legde hij apart. Want dat kon weleens zo’n gemene brief zijn als hij ook had ontvangen, en daarvoor wilde hij de mensen behoeden. Je moest elkaar niet kwetsen. Die brieven nam hij mee naar huis, om te lezen en te controleren. De gemene brieven zou hij vernietigen en de rest zou hij de volgende dag alsnog bezorgen. Het waren er alleen zo veel, dus er stapelde zich een stapeltje brieven op in zijn woonkamer. Toen hij ook de rouwkaarten ging verzamelen week hij uit naar de gang. Vanaf het moment dat hij ook de vensterenveloppen meenam, want dat waren meestal rekeningen of aanmaningen en daar wordt een mens ook niet vrolijk van, ging het hard. Hij nam de postzakken nu meestal ongesorteerd mee naar huis en parkeerde ze in het schuurtje. Met een paar brieven op schoot nestelde hij zich aan het eind van de dag in de hoek van de bank. Hij stond op de wachtlijst voor een grotere woning.